Hij was nooit van plan in de voetsporen van zijn ouders te treden. Jules Mestrini wilde niet ‘het zoontje van’ worden. Ook al sprak het vak van optometrist hem best aan. Toch stapte hij drie jaar geleden de zaak in, gegrepen door het ondernemerschap. Jules keek alleen heel anders tegen de zaken aan dan zijn ouders, waardoor de spanningen in de familie behoorlijk opliepen. Zouden ze nog wel met kerst aan tafel kunnen zitten?
Jules Mestrini, een naam die klinkt als de hoofdpersoon uit een sprookjesachtige roman. Maar Jules Mestrini bestaat echt. Hij is de 29-jarige hoofdfiguur in een recente geschiedenis, die zich afspeelt in Zuid-Limburg. Een meeslepende geschiedenis waarover je een boek zou kunnen schrijven, maar we houden het bij een iets korter verhaal.
‘Ik wilde juist altijd iets voor mezelf doen’
Dat verhaal begint in Meerssen, waar Jules’ opa zo’n vijftig jaar geleden een optiekwinkel opent en de zaak begin jaren negentig overdraagt aan zijn zoon Harold, die op dat moment ook nog studeert voor optometrist. Harold is getrouwd met Monique en samen hebben ze drie kinderen, waarvan Jules de jongste is. Zij bouwen het bedrijf in de loop der jaren uit tot de exclusieve optiekzaak die het anno 2021 nog altijd is, met achttien medewerkers en twee vestigingen, in Meerssen en Maastricht.
‘Tot mijn tweede jaar woonden we boven de winkel,’ blikt Jules terug. ‘Daarna verhuisden we naar het dorp ernaast, nog steeds heel dicht bij de zaak. Van kinds af aan was ik daar altijd te vinden. Medewerkers uit die tijd vertellen nog weleens hoe ik daar mijn fiets en later mijn scooter voor de deur parkeerde.’ Maar een toekomst in de winkel van zijn ouders zag hij als tiener absoluut niet voor zich. ‘Het was niet zozeer dat het vak me niet aanspraak. Ik wilde gewoon nooit “het zoontje van” worden, ik wilde altijd iets voor mezelf doen. Na mijn middelbare school heb ik nog vijf jaar allerlei andere studies gedaan, om maar weg te komen, haha.’
‘Dan lijkt het normaal, tot je ergens anders bent geweest’
Jules staat in het keukentje van de Maastrichtse winkel rustig koffie te zetten voor zijn gasten. Als een geoefende barista verricht hij geroutineerd en snel de benodigde handelingen. Hij praat makkelijker als hij wat aan het doen is. ‘Na een technische en economische opleiding wist ik het even niet meer. Tot ik op een dag naar het laboratorium van Oakley in Dublin ging. Daar zag ik optometristen aan het werk met de nieuwste ontwikkelingen en gingen mijn ogen open.’
Niet veel later begon hij aan zijn studie optometrie, in Utrecht. Zijn eerste stage liep hij bij een grote optiekzaak in het midden van het land. ‘De baas was een echte ondernemer, daar heb ik veel van geleerd. Ik kreeg daar een goed kijkje in een hele andere keuken. Mijn plan was om na mijn afstuderen nog een paar jaar buiten ons familiebedrijf te werken, maar dat is er nooit van gekomen. Toen ik hier eenmaal weer woonde, ben ik toch op een natuurlijke manier in de zaak gerold.’
De hernieuwde kennismaking met de winkel(s) van zijn ouders, een jaar of drie geleden, was wel even een culture shock. ‘Als je zo lang in een andere grote zaak hebt gewerkt, bekijk je alles ineens door een andere bril. Ik kwam terug van een werkgever die vertelde wat jij moest doen, terwijl dat hier bijna andersom was… Dat heb ik in die twintig jaar natuurlijk ook zien groeien, onbewust. Dan lijkt het normaal. Tot je ergens anders bent geweest. Om uit die situatie te komen, moest hier veel veranderen.’
In die begintijd werkte Jules nog ‘gewoon’ als een van de optometristen in de zaak. Maar hij had wel het gevoel dat hij zich extra moest laten gelden. ‘Ik werd meteen bestempeld als het zoontje van. Laat die jongen zich eerst maar eens bewijzen. Sommige medewerkers hadden moeite met het idee dat ze ooit naar zo’n jong iemand moesten luisteren. Dat was wel een dingetje. Ik heb toen behoorlijke meningsverschillen gehad met medewerkers, die hier al langer werkten.’
‘Doel was met kerst samen aan tafel zitten’
Na een jaar werd hij mede-eigenaar, samen met zijn ouders. ‘Maar we lagen niet op een lijn, zodat de ontwikkeling van het bedrijf stokte en de onderlinge spanningen toenamen. We zaten echt vast. Een angstig moment, want ik had me net ingekocht.’ Jules besloot een belletje te plegen naar Jan Rezelman van SalesCultuur, die hij in de maanden ervoor via zijn netwerk had leren kennen. ‘Als we het zelf hadden moeten oplossen, was het nooit gelukt. Dan was het alleen maar erger geworden.’
In maart 2020, een jaar nadat Jules de directie van zijn ouders had overgenomen, startten Mestrini en SalesCultuur met een traject, gericht op twee grote doelen. ‘Het belangrijkste was dat we met kerst met zijn allen aan de tafel moesten kunnen zitten’, vertelt Jules. ‘Die doelstelling stond letterlijk in het contract. Het tweede doel was de zaak weer in het gelid krijgen, want door onze verschillen van inzicht stond het team steeds verder van ons af.’
Wonderwel hadden alle strubbelingen achter de schermen vooralsnog weinig invloed op de handel in de winkels. ‘Alleen sommige salarissen waren ontspoord. Wie hier aan de hoek van het bureau het hardste schreeuwde, kreeg het hoogste salaris. Daar kwam het op neer. We hadden voor beloningen geen vaste uitgangspunten om op terug te vallen, dus dat was een van de eerste aandachtspunten om werk van te maken.’
‘Het kan nooit meer ontsporen’
Jules zit inmiddels in zijn kantoor aan de straatkant, met zicht op de huishoge kerstboom buiten, op deze Parijsachtige hoek van de Stationsstraat, tussen Maastricht CS en de Servaasbrug. Tegenover Jules aan tafel zitten Jan Rezelman en Corry Grevel, beiden van SalesCultuur. ‘Dat probleem met die ontspoorde salarissen heb ik met Corry kunnen oplossen’, zegt Jules. ‘Met haar hulp hebben we hier een volledig nieuwe HR-structuur, salarisgebouw en arbeidsvoorwaardenreglement neergezet. We hebben eigenlijk onze eigen cao geschreven. Het kan vanaf hier nooit meer ontsporen.’
Sindsdien is er geen discussie meer over salaris en andere HR-gerelateerde zaken. ‘Alles is helder en open, alle medewerkers weten waar ze de komende jaren aan toe zijn. Erg prettig. Een grote mond aan de hoek van het bureau voor opslag heeft geen zin meer. Maar dat is allemaal niet zonder slag of stoot gegaan…’
Corry werd aan het begin van de coronasluiting ingevlogen om de HR-zaken op orde te stellen. Zij bracht voor Jules in kaart hoe Mestrini er qua salarissen voor stond in vergelijking met andere zelfstandige optiekers in het hogere segment. ‘Wow, was zijn eerste reactie’, weet Corry nog goed. ‘Hij schrok ervan hoe hoog zijn zaak met salarissen in de boom zat. Op de meeste functies, in verschillende lagen. Dat hoeft niet heel erg te zijn, maar dan moeten die mensen wel de waarde toevoegen die deze salarissen rechtvaardigen. Maar die verhouding zat behoorlijk scheef.’ Jules knikt. ‘Ja, de rek was eruit om op deze manier verder te bouwen aan een gezond bedrijf.’
Corry zette vervolgens de lijnen uit voor de nieuwe structuur. ‘Dat heeft rust gebracht in het team’, zegt Jules. ‘Iedereen weet dat-ie gelijk wordt behandeld, er zijn geen schuine ogen meer naar elkaar.’
‘Het is gelukt!’
Afgelopen kerst ontving Jan Rezelman een appje van moeder Monique. Het is gelukt!, schreef ze, onder een foto van het hele gezin met aanhang aan het kerstdiner. Bijna een jaar na dat kerstdiner noemt Jules de verstandhouding met zijn ouders beter dan ooit. ‘Jouw moeder zei net iets heel moois toen ik binnenkwam’, zegt Corry. ‘Ik werk nu écht samen met Jules, zo fijn.’ Op Jules’ gezicht verschijnt een brede glimlach.
De afgelopen twee jaar zijn de jonge ondernemer niet in de koude kleren gaan zitten. ‘Ik ben twintig jaar ouder geworden’, zegt hij. ‘Volgens mijn vriendin begin ik zelfs grijs te worden. Maar het vak ondernemen vind ik nog steeds heel erg leuk. Mijn eigen bedrijf beter en stabieler te maken, en onze mensen een mooi toekomstperspectief bieden, dat vind ik mooi om te doen. Nu we de HR op orde hebben, kan ik me ook meer richten op de opening van onze derde winkel in Margraten.’
Terugkijkend op de afgelopen periode is Jules’ belangrijkste inzicht dat het fundament van een goede HR zorgt voor rust in zijn bedrijf. ‘Daardoor kan ik al het andere beter aanpakken. In de optiekwereld is personeel veruit de grootste kostenpost. Die is bij ons nu voor iedereen helder en voorspelbaar geworden. Niet alleen de medewerkers weten waar ze aan toe zijn, maar ik ook. Voor de komende jaren heb ik mijn personeelskosten al scherp in beeld. Dat zorgt ervoor dat ik als ondernemer meer de ruimte krijg om echt te ondernemen. Een mooi vooruitzicht!’